zondag 15 juni 2014

Vogelstad

Eenden: altijd sierlijk als ze vliegen
Toen ik zeven jaar geleden begon met zeilen, was ik nog nooit echt op open water geweest. Een boottochtje op de Vecht toen ik een jaar of acht was, en de oversteek naar Ameland in de vakantie, daar hield het wel mee op. Tijdens mijn eerste zeiltochtjes op de Friese Meren was alles dan ook nieuw voor me. Wat me vooral opviel, waren de vogels. 

Vogels heb je overal, maar ik heb het idee dat watervogels veel aanweziger zijn dan andere vogelsoorten. Het water is hĂșn terrein. Wij zijn er slechts te gast. Een stad voor de vogels, een stad van water, lucht, basalt en rietkragen.

Als toerist beweeg je je tussen de stedelingen en hun dagelijkse beslommeringen. Meeuwen, die in de lucht lijken te genieten van het spelen met de wind. Eenden, altijd daar waar toevallig ook brood is. Futen die zich de hele zomer de benen uit het lijf zwemmen voor hun strontverwende jongen. Meerkoeten die vol overgave hun territorium afbakenen.

Als je op zee bent zijn vogels vaak je enige gezelschap. Jan-van-genten komen uit pure nieuwsgierigheid je boot bekijken. Als je geluk hebt voeren ze een show voor je op: recht voor je boot duiken ze in water op zoek naar vis. Beelden die je normaal alleen van natuurdocumentaires kent. Sterns doorbreken de stilte die soms op zee hangt. Scholeksters komen met heel veel kabaal overvliegen. Vliegende megafoons zijn het, maar voor mij is hun geschetter wel een van de kenmerkende geluiden van het Wad.

Inmiddels zeil ik al zo lang, dat ik de vogelstad deels mijn thuis mag noemen. Al zal ik er (door mijn gebrek aan vlieg-skills) nooit helemaal integreren, toch kom ik er altijd graag. Vandaar deze twee portretten van mijn stadsgenoten.. 



Jan-van-genten duiken op een spectaculaire wijze naar vis

Geen opmerkingen:

Een reactie posten