dinsdag 10 maart 2015

Zeilen naar de Kanaaleilanden, deel zeventien

Alderney
Het is vroeg in de ochtend. We zijn net vertrokken uit Beaucette Marina, een kleine haven in het noorden van Guernsey. Het plan is om naar Alderney te varen, daar het getij af te wachten en in de avond door te varen naar Frankrijk, Cherbourg. Het begin is lekker, er staat een mooi zonnetje en een heerlijke wind. Maar het is al snel gedaan met onze mazzel...

Na nog geen kwartier worden we overvallen door dichte mist. Terugvaren kan niet meer, want er staat een forse stroom tegen. Tot overmaat van ramp varen hier ook nog zeer snelle catamaranferries. We zoeken de routes van de veerboten op. Geen goed nieuws. We blijken precies op de route van de boot naar Guernsey naar Engeland te zitten. Daar moeten we zo snel mogelijk vanaf, dus we verleggen onze koers. Met onze oren wijd opengesperd varen we door. Gelukkig is het stil op het water. Maar dan opeens, horen we een zware motor. Die motor hebben we de afgelopen weken vaker gehoord, we als tijdens onze wandelingen de catamaranferries langs zagen komen. Shit...

Normaal spuiten deze boten met dertig knopen het water over, maar gelukkig heeft deze boot haar snelheid aangepast aan de mist. Maar het geluid komt wel steeds dichterbij. Ademloos luisteren we. Ik ga naar binnen om de ferry via de marifoon op te roepen. Maar dan verplaatst het geluid zich naar bakboord. De ferry passeert ons aan de linkerkant, waarna het motorgeronk weer afneemt. Ivo en ik wisselen een blik van opluchting uit.

Maar we zijn nog lang niet uit de problemen. Het is nog steeds mistig. We moeten door naar Alderney, zo snel mogelijk. Maar de motor gaat niet aan, want dan horen we andere boten helemaal niet meer aankomen. En dat is toch wel link, in de potdichte mist. Gelukkig staat er wel een beetje wind. Na een paar uurtjes varen we de haven van Alderney binnen. We zien niet veel meer dan een grijzige golfbreker en wat meerboeien. Maar we zijn maar wat opgelucht dat we vastliggen!  

Voor anker bij Alderney ligt een boot met een bijzondere tuigage
We proberen wat te slapen, want we moeten nog lang doorvaren vanavond. Als de mist optrekt, tenminste. Na een paar uurtjes word ik wakker gemaakt door Ivo. Slaperig piep ik met mijn hoofd door de kajuitingang. Er is ineens een heel eiland tevoorschijn gekomen! We liggen in een enorme baai, met wel vijftig andere boten. Ik had hier graag nog even rondgekeken, maar het is nu echt tijd om te gaan. Het is begin september, en op de manier waar op wij varen hebben we nog wel een paar weekjes nodig om terug te komen in Nederland.

Vlak voor we af willen varen komt er een rubberboot op ons afgescheurd. De douane. Wie we zijn, waar we vandaan komen en of we nog iets hebben aan te geven? Nadat ze onze paspoorten hebben gecontroleerd, horen ze ons verhaal aan. Volgens mij vinden ze het wel gaaf.. Nadat we ze weer hebben uitgezwaaid, maken we onszelf los van de boei, en varen we weg. Een definitief afscheid van de Kanaaleilanden. Het is een mooie tijd geweest.

Net als we Alderney uitgevaren zijn, valt de wind weg. Gelukkig helpt het opkomend tij ons wel een handje. Langzaam zien we de avond vallen. Om ons heen is het pikdonker, en het is ook vrij koud. Langzaam keert de wind weer terug. Dat is mooi, want het is al bijna middernacht, en we zijn nog behoorlijk ver van ons einddoel. In de verte zien we lichtjes flikkeren. Een stad. Daar zijn mensen, cafeetjes, gezelligheid. Hier is alleen maar water en duisternis. Op sommige nachten voelt de zee erg eenzaam aan.. Gelukkig komen we langzaam maar zeker dichterbij ons doel. Tegen een uurtje of half drie leggen we aan. Een wijntje, en daarna vallen we zo'n beetje in een coma. We zijn weer terug in Cherbourg!
 
Zonsondergang op zee
De volgende dag worden we tegen de middag wakker. Na rustig ontbeten te hebben, is het tijd om de planning te bespreken. Hoe nu verder? Gaan we langs dezelfde weg terug, over de Seinebaai? Of pakken we een andere route? We kunnen ook Noordwaarts varen. Dat is net zo ver dan de oversteek over de Seinebaai, en dan zijn we in Engeland! We hebben van collega-zeilers gehoord dat het eiland Wight heel mooi is. Maar we moeten dan wel echt 'oversteken'. Dat hebben we nog niet eerder gedaan. Ook moeten we dan langs een verkeersscheidingsstelsel. We vinden het dus nog erg spannend. Maar als we in onze comfort zone blijven hangen, leren we nooit wat bij. We besluiten ervoor te gaan.

De avond voor we weg gaan, maken we nog een wandeling door de stad. Cherbourg voelt al bijna vertrouwd aan. De vissers op de kade zijn voor ons inmiddels een bekend gezicht. Elke dag staan ze er. Ze hebben tientallen lijntjes uitgezet, met kartonnetjes eraan. Hopend op, ja wat eigenlijk? Ik kan me niet voorstellen dat er in een drukke stadshaven iets te vangen valt. We passeren het skateparkje en de pubers die daar rondhangen. Een nieuw soort stepje is erg in, ze halen er de gekste stunts mee uit.
 
De binnenhaven van Cherbourg
We lopen om de binnenhaven heen, richting het scheepvaartmuseum. Hier wordt de buurt een beetje slonziger. Overal staan oude, leegstaande loodsen. De natriumlampen zetten alles in een oranje schijnsel, het is alsof we door het decor van een film noir lopen. Het scheepvaartmuseum is helaas al dicht. Maar ook buiten het museum valt er genoeg te zien. Een aantal duikersklokken, een enorme boei die ooit dienst deed als westkardinaal en een heuse onderzeeër in een droogdok. De onderzeeër blijkt open te zijn voor bezoekers van het museum. Ik vind het bijna jammer dat we weggaan, ik had deze unieke boot graag eens van binnen gezien. Maar zo houd ik me voor, naar Engeland zeilen is ook een belevenis.

We besluiten terug te gaan, want morgen moeten we vroeg op. Op naar Engeland!

Wordt vervolgd..
 
Deze kardinaal bewaakte ooit een gevaarlijke rots






Onderzeeër La Redoubtable in haar droogdok
Duikersklok in de tuin van het museum

Geen opmerkingen:

Een reactie posten